Tijdens de zwangerschap verandert de positie van je baby regelmatig. Eén van die posities is de sterrenkijker. Dit betekent dat je baby met het gezicht omhoog ligt, richting je buik. Normaal gesproken ligt een baby met het gezicht naar je rug toe. Bij een sterrenkijker ligt de baby dus andersom. Veel mensen horen pas van deze houding als het tijdens de bevalling aan bod komt. Toch is het goed om hier al eerder iets over te weten. Zo kun je begrijpen wat het betekent voor de bevalling en wat je opties zijn.
Hoe ontstaat de sterrenkijker positie
De ligging van je baby wordt beïnvloed door verschillende factoren. Denk aan de vorm van je bekken, hoeveel ruimte er is in je buik, hoe actief de baby is en waar je placenta ligt. In veel gevallen draait de baby vlak voor of tijdens de bevalling vanzelf in de juiste houding. Maar soms gebeurt dat niet, en blijft het gezicht van de baby naar boven gericht. Dat maakt de bevalling meestal wat lastiger. De baby past minder makkelijk door het geboortekanaal, waardoor de bevalling langer kan duren. Het betekent niet automatisch dat er iets mis is, maar het vraagt soms om extra begeleiding.
Wat kun je doen bij een sterrenkijker baby
Sommige verloskundigen of fysiotherapeuten geven oefeningen mee die kunnen helpen om de baby te laten draaien. Ook zijn er houdingen waarin je kunt liggen of zitten die de kans vergroten dat je baby goed komt te liggen. Tijdens de bevalling zijn er technieken om de baby te helpen draaien. Soms wordt er gekozen voor een vacuümpomp of in een enkel geval voor een keizersnede. Dat hangt af van hoe de bevalling verloopt. Het belangrijkste is dat je je goed laat begeleiden. Zo kun je op tijd inspelen op wat je lichaam nodig heeft.
Na de bevalling goed blijven letten
Als je baby als sterrenkijker is geboren, kan hij of zij wat spanning hebben in de nek of schouders. Dat komt door de houding tijdens de bevalling. Het is daarom goed om extra op te letten bij het voeden of dragen. Merk je dat je baby een voorkeurshouding heeft of vaak een kant op kijkt? Dan is het slim om dit te bespreken met het consultatiebureau of je huisarts. Soms zijn een paar behandelingen bij een kinderfysiotherapeut genoeg om het weer soepel te maken. Door er snel bij te zijn, voorkom je dat het langer blijft bestaan.
